AVENS logo

De theorie van de onvoorzienbaarheid: Vergelijking van de toepassing hiervan in Frankrijk, België, Italië, Portugal en Canada

De theorie van de onvoorzienbaarheid is een juridisch concept dat betrekking heeft op het zich voordoen van onvoorziene omstandigheden bij het sluiten van een overeenkomst, die de uitvoering van deze overeenkomst bijzonder duur maken voor een van de partijen.

De onvoorzienbaarheid heeft dus betrekking op gebeurtenissen die de economie van de overeenkomst beïnvloeden, zonder de uitvoering hiervan volstrekt onmogelijk te maken.

Deze theorie kan leiden tot een heronderhandeling of herziening van de contractuele verplichtingen om het evenwicht tussen partijen te herstellen, wanneer voldaan is aan bepaalde voorwaarden. Indien een aanpassing onmogelijk of ongeschikt lijkt, kan de ontbinding van de overeenkomst worden gevorderd voor een rechtbank.

Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen deze theorie en overmacht. In beide gevallen doet zich een onvoorziene en onweerlegbare gebeurtenis voor, buiten de wil van partijen om. Overmacht impliceert in het algemeen dat de schuldenaar tijdelijk of definitief wordt vrijgesteld van de nakoming van zijn contractuele verplichtingen omwille van uitzonderlijke en onweerlegbare omstandigheden waar hij geen controle over heeft. Hij zal geen schadevergoeding verschuldigd zijn aan de andere partij. In geval van onvoorzienbaarheid, is de uitvoering van de overeenkomst niet onmogelijk maar moeilijker geworden omwille van het zich voordoen van een gebeurtenis die de uitvoering van de prestaties duurder maakt of die een onevenwicht veroorzaakt van de algemene economie van de overeenkomst.

Hoewel deze theorie reeds opgenomen was in de rechtsorde van andere landen (Italië, Portugal), hebben Frankrijk en België deze pas recent aanvaard.

 

1. De erkenning en de toepassing van de theorie van de onvoorzienbaarheid
Historisch gezien, weigerden het Frans recht en het Belgisch recht om de theorie van de onvoorzienbaarheid toe te passen krachtens het principe van de bindende kracht van de overeenkomst, die bepaalt dat wettelijk tot stand gekomen overeenkomsten strekken tot wet tussen de partijen die de overeenkomst zijn aangegaan (geïnspireerd door het Romeins adagium « pacta sunt servanda »). Dit principe benadrukt de noodzaak voor elke partij om de bewoordingen van de overeenkomst na te komen en voor derden (waaronder de rechter) om zich niet te mengen in de zaken van partijen.

In Frankrijk is de theorie van de onvoorzienbaarheid lange tijd een constructie van de rechtspraak gebleven. De rechtbanken hebben zich in bepaalde gevallen het recht toegeëigend om overeenkomsten te herzien die onevenwichtig zijn geworden ten gevolge van het zich voordoen van een onvoorziene gebeurtenis, op basis van een verplichting tot heronderhandeling gesteund op het principe van de goede trouw.

In België werd de theorie van de onvoorzienbaarheid verworpen door het Hof van Cassatie wegens gebrek aan autonome wettelijke grond. Het Belgische Hof van Cassatie oordeelde dat de uitvoering te goeder trouw van een overeenkomst niet toeliet om de wijziging hiervan te vragen in nieuwe omstandigheden die niet waren voorzien door partijen.

Deze theorie van de onvoorzienbaarheid wordt in Frankrijk erkend sinds de hervorming van het overeenkomst- en verbintenissenrecht in 2016, in artikel 1195 van het Burgerlijk Wetboek. In België wordt deze erkend sinds de hervorming van het Burgerlijk Wetboek, in artikel 5.74 van het nieuw Burgerlijk Wetboek, in werking getreden op 1 januari 2023.

In het Italiaans recht wordt de theorie van de onvoorzienbaarheid erkend sinds 1942, hetzij lang voor de aanneming hiervan in Frankrijk en België. Het Italiaans Burgerlijk Wetboek reglementeert specifiek dit begrip.

Artikel 1467 van het Italiaans Burgerlijk Wetboek (Codice Civile) bepaalt dat indien buitengewone en onvoorziene gebeurtenissen de uitvoering van een van de prestaties te duur maken, de partij die deze prestatie moet uitvoeren, een herziening van de overeenkomst kan vragen. Indien een herziening niet mogelijk is, kan zij de ontbinding van de overeenkomst vragen. De tegenpartij kan de ontbinding vermijden door voor te stellen om de voorwaarden van de overeenkomst billijk te wijzigen.

In Italië wordt de onvoorzienbaarheid gerechtvaardigd door de vereiste om « het evenwicht te bewaren van de belangen van de overeenkomst », teneinde « de billijkheid van de medewerking » tussen de partijen te waarborgen .

Het Portugees recht erkent het principe volgens hetwelk onvoorziene en buitengewone omstandigheden de uitvoering van een overeenkomst kunnen beïnvloeden in het Burgerlijk Wetboek uit 1967 (Código Civil). In het Portugees wordt deze theorie « alteração das circunstâncias » genoemd (verandering van de omstandigheden).

Artikel 437 van het Portugees Burgerlijk Wetboek heeft betrekking op deze situatie. Volgens dit artikel, indien omwille van onvoorziene omstandigheden bij het sluiten van de overeenkomst, de uitvoering hiervan te duur wordt voor een partij, met een ernstig onevenwicht tussen de prestaties van partijen, kan deze partij een herziening of zelfs een ontbinding van de overeenkomst vorderen. De oplossing zal afhangen van wat redelijkerwijze verwacht wordt van partijen volgens de goede zeden en de billijkheid.

Indien voldaan is aan deze voorwaarden, kan een Portugese rechtbank de overeenkomst dus aanpassen om het evenwicht tussen partijen te herstellen, of om een einde te maken aan de overeenkomst indien een aanpassing onmogelijk of ongeschikt lijkt.

Voor Canada moet opgemerkt worden dat dit een land met een gemengd rechtssysteem is, met het burgerlijk recht in Québec, op basis van de Code Napoléon, en common law in de andere provincies en grondgebieden.

Het opperste gerechtshof van Canada heeft in het arrest Churchill Falls (Labrador) Corp. c. Hydro-Québec uit 2018 bevestigd dat de theorie van de onvoorzienbaarheid niet van toepassing is in het burgerlijk recht van Québec.

In het overeenkomstenrecht van de common law, worden feitelijke situaties van contractuele onvoorzienbaarheid beheerst door de regels van de niet-uitvoerbaarheid (Engels: « doctrine of frustration »). Deze rechtsleer, gelijkaardig aan overmacht, laat toe om een einde te maken aan de overeenkomst wanneer onvoorziene omstandigheden de uitvoering hiervan onmogelijk maken of hieraan een volstrekt verschillende aard geven dat wat oorspronkelijk door partijen beoogd werd bij het sluiten van de overeenkomst. De « doctrine of frustration » is enkel van toepassing in omstandigheden waarin het onmogelijk is geworden om de overeenkomst uit te voeren omwille van een onvoorziene gebeurtenis en zonder enige fout van de ene of de andere partij. Het argument van de kosten of de moeilijkheid van de uitvoering van de overeenkomst volstaat over het algemeen niet om de « frustration » in te roepen. De eigenlijke essentie van de overeenkomst moet beïnvloed worden.

 

2. Gelijkaardige toepassingsvoorwaarden
De vereiste voorwaarden opdat de theorie van de onvoorzienbaarheid van toepassing zou zijn, zijn gelijkaardig in het Belgisch, Frans, Italiaans en Portugees recht:
• De gebeurtenis moet de uitvoering van de overeenkomst overdreven duur maken. Er moet een beduidend onevenwicht bestaan tussen de prestaties van partijen;
• De gebeurtenis moet onvoorzienbaar zijn bij het sluiten van de overeenkomst;
• De situatie kan niet voortvloeien uit een fout van de schuldenaar;
• De schuldenaar is niet uitdrukkelijk de verbintenis aangegaan om dit risico op zich te nemen;
• De wet of de overeenkomst sluit de toepassing van de theorie van de onvoorzienbaarheid niet uitdrukkelijk uit.

 

3. Conclusie
De erkenning en de toepassing van de theorie van de onvoorzienbaarheid is geëvolueerd met de tijd. Men stelt evenwel een fenomeen van harmonisatie van het verbintenissenrecht in Europa vast.

De theorie van de onvoorzienbaarheid wordt thans op gelijkaardige wijze toegepast en in het wetboek opgenomen in Europese landen met een burgerlijke traditie en wordt nog niet erkend in Québec.

Er moet evenwel opgemerkt worden dat, hoewel deze theorie opgenomen is in het Wetboek in Frankrijk, België, Italië en Portugal, zij in het algemeen met voorzichtigheid wordt toegepast door de rechtbanken aangezien zij mogelijks kan interfereren met de rechtszekerheid en de contractuele vrijheid.

Mélanie Duponcelle

Advocate

Contacteer ons

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.